- neus
- {{neus}}{{/term}}1 nez 〈m.〉♦voorbeelden:1 tussen neus en lippen door • 〈verloren ogenblik〉 à un moment perdu; 〈terloops〉 mine de rieneen fijne neus voor iets hebben • 〈opmerken〉 flairer qc. instantanément; 〈waarde schatten〉 avoir du nezeen fijne, scherpe neus hebben • 〈m.b.t. personen〉 avoir le nez fin; 〈m.b.t. dieren〉 avoir du flaireen frisse neus halen • prendre un bol d'aireen lange neus maken (tegen iemand) • faire un pied de nez (à qn.)een lopende neus hebben • avoir le nez qui coule〈figuurlijk〉 doen alsof zijn neus bloedt • faire semblant de rienhet is zijn neus voorbijgegaan • ça lui a passé sous le nezzijn neus krult • 〈trots〉 il ne se sent plus; 〈in zijn schik〉 il boit du petit-lait〈schertsend〉 loop je neus maar achterna • tu n'as qu'à suivre ton nezde neus ophalen, optrekken voor • 〈iemand〉 dédaigner qn.; 〈iets〉 renâcler à qc.zijn neus ophalen • reniflerzijn neus snuiten • se moucherzijn neus overal in steken • fourrer son nez partoutzijn neus in de wind steken • porter le nez au ventzijn neus stoten • se casser le nezneuzen tellen • compter les têtes〈schertsend〉 ja, mijn neus! • mon oeil!dat ga ik jou niet aan je neus hangen • je ne risque pas de te le direiemand bij de neus hebben, nemen • mener qn. en bateaudoor de neus spreken • parler du nezlangs zijn neus weg • comme si de rien n'étaitje staat er met je neus bovenop • tu as le nez dessusaltijd met zijn neus in de boeken zitten • avoir toujours le nez dans les livresiemand met zijn neus op de feiten drukken • forcer qn. à regarder la réalité en facemet zijn neus in de boter vallen • avoir une veine de cocuje kijkt met je neus! • mets des lunettes!met zijn neus kijken • avoir le nez sur qc.wit om de neus zien • être blanc comme un linge〈figuurlijk〉 iemand iets onder zijn neus wrijven • jeter des reproches au nez de qn.sta niet uit je neus te eten • ne reste pas là à te tourner les pouceshet komt me mijn neus uit • j'en ai par-dessus la têteuit zijn neus bloeden • saigner du nez〈Algemeen Zuid-Nederlands〉 van zijn neus maken • faire des histoires〈figuurlijk〉 iemand iets voor de neus wegnemen, wegkapen • souffler qc. au nez de qn.niet verder kijken dan je neus lang is • ne pas voir plus loin que le bout de son nez〈spreekwoord〉 wie zijn neus schendt, schendt zijn aangezicht • qui coupe son nez défigure son visage¶ dat examen is een wassen neus • cet examen, c'est de la frimeiemand iets door de neus boren • faire passer qc. sous le nez de qn.
Deens-Russisch woordenboek. 2015.